“Open Vld wil 46 bilaterale investeringsverdragen deblokkeren”

Bilaterale investeringsverdragen bieden rechtszekerheid aan bedrijven en burgers die willen investeren in het buitenland. Ze maken ook ons land aantrekkelijker voor investeringen. Open Vld Kamerleden Annemie Turtelboom & Tim Vandenput stellen vast dat slechts 56% van de Belgische ‘BITs’ vandaag actief zijn. “46 investeringsverdragen zitten geblokkeerd en daardoor lopen onze bedrijven groeikansen mis en betalen ze torenhoge verzekeringspremies. De gewesten moeten hun verantwoordelijkheid nemen.”

Onze Belgische bedrijven zijn sinds jaar en dag actief over de hele wereld. Om ondernemers en investeerders te beschermen tegen een arbitrair overheidsoptreden, risico’s op onteigeningen en oneerlijke discriminatie, sluit België samen met Luxemburg bilaterale investeringsverdragen –zogenaamde BITs- af met andere staten. Turtelboom beklemtoont het belang van deze verdragen: “Dankzij BITs dalen de risico’s en dus ook de verzekeringspremies voor bedrijven. Ze zijn als het ware een belangrijke toegangssleutel tot nieuwe markten en ze maken tegelijkertijd ons land aantrekkelijker voor investeerders uit de betrokken partnerlanden. BITs geven onmiskenbaar een impuls aan onze groei, welvaart en competitiviteit.”

Drie knelpunten

België heeft vandaag 114 bilaterale investeringsverdragen, maar daar van zijn er slechts 58 volledig actief. Turtelboom en Vandenput willen de overige BITs een nieuwe impuls geven. Er stellen zich drie knelpunten volgens Vandenput. “Vele verdragen zitten vast in een of ander stadium, er wordt getreuzeld met het afsluiten van een nieuwe modeltekst voor toekomstige BITs en tot slot moeten we een Europese sprong voorwaarts maken.”

Politieke standstill tast concurrentiepositie aan

Een eerste probleem is dat vele BITs onderweg alsnog blijven haperen. Van de 46 BITs die nog niet actief zijn, zijn er 13 in onderhandeling. De laatst geopende onderhandeling dateert van 2009. De liberalen vragen de regering dan ook om nieuwe op te starten. 11 onderhandelingen zijn afgerond, maar de verdragen werden nog niet door de regeringen ondertekend. “De BIT met Syrië is een goed voorbeeld van die laatste categorie: het op dit moment niet opportuun tot de ondertekening over te gaan”, zegt Vandenput. “Maar er zijn eveneens verdragen die mits wat goodwill van beide regeringen wél ondertekend kunnen worden.”

22 BITs werden wel ondertekend door beide regeringen, maar moeten nog worden geratificeerd door de parlementen. “In 5 gevallen daarvan wacht België op de ratificatie door het buitenlands parlement, maar in 7 gevallen moet een van onze parlementen nog actie ondernemen. In 1993 werd buitenlandse handel gefederaliseerd. Het komt dus naast de Kamer ook de drie gewestparlementen toe BITs te ratificeren. De Kamer moet nog 1 BIT ratificeren, het Brussels parlement 7 BITs en het Waals parlement 2 BITs”, aldus Turtelboom.

Het wordt tijd dat de gewesten een tandje bijsteken, menen de liberalen. Vandenput: “Onze wereldvermaarde baggeraars zijn bijvoorbeeld rechtstreeks geïmpacteerd door het uitblijven van de activatie van het akkoord met Panama. In sommige gevallen gaat het om verdragen uit 2002 die nog steeds niet actief zijn. In tijden van een lage economische groei en een wereldeconomie in verandering moeten we verantwoord omspringen met groeikansen. Deze standstill tast onze concurrentiepositie aan.”

Belangrijkste reden voor verzet van Wallonië en Brussel is het Investor-State Dispute Settlement mechanisme dat bedrijven rechtszekerheid geeft maar door links tijdens de recente CETA-episode werd verketterd. “Wij wijzen er op dat alle 58 actieve BITs een ISDS-clausule bevatten en dat 23 daarvan tijdens de Paars-Groene regeringsperiode werden goedgekeurd”, aldus Turtelboom.

De liberalen opperen het idee om een website te lanceren met alle info over de stand van zaken van BITs én andere internationale handels- en investeringsverdragen. Dit vergroot de transparantie, maar kan ook de druk verhogen.

De 10 overige BITS die werden ondertekend maar nog niet geratificeerd, betreffen verdragen die gewoonweg niet door de Belgische of buitenlandse regering ter ratificatie aan de parlementen werden voorgelegd. “Brazilië vindt het bijvoorbeeld niet langer opportuun een BIT af te sluiten”, legt Vandenput uit.

Nood aan nieuwe BLEU BIT-modeltekst

België vormt sinds 1921 een economische unie met Luxemburg. Beide landen sluiten daarom samen BITs af namens de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie (BLEU). Ze ontwikkelden daarvoor een modeltekst die jaar en dag bekend stond om zijn hoge sociale en milieustandaarden. In 2009 besloten beide landen een nieuwe BLEU-BIT modeltekst op te stellen, maar de intra-Belgische discussie daarover sleept al jarenlang aan.

Ook dat getreuzel tast onze concurrentiepositie aan volgens Vandenput. Luxemburg is het Belgisch getalm beu en wil nu op eigen houtje BITs onderhandelen. Zo heeft het reeds akkoorden ondertekend met Turkmenistan, Kenia en Iran, een land dat met het verdwijnen van de internationale sancties ook enorme opportuniteiten voor Belgische bedrijven biedt. Daarom is het broodnodig dat we snel een nieuwe modeltekst opstellen met onze partner Luxemburg.”

Europa en ICS als maat der dingen

Vlaams minister-president Bourgeois stelde recentelijk voor om in geval van een njet uit Brussel of Wallonië enkel verdragen af te sluiten namens Vlaanderen en Luxemburg. De liberalen stellen dat dit in principe mogelijk is, maar niet echt wenselijk. Turtelboom: “In geval van een asymmetrisch verdrag moeten we de buitenlandse partner op de hoogte stellen van de reserves van een van de gewesten. Maar hoe kleiner we onszelf maken, hoe minder sterk we staan in de onderhandelingen.”

De liberalen willen dan ook evolueren naar investeringsverdragen op Europees niveau. Sinds 2009 is ook de EU bevoegd voor het sluiten van BITs, maar ze is te terughoudend op dat vlak. “Als Europees blok staan we veel sterker in de onderhandelingen. Daardoor kunnen we bijvoorbeeld forse sociale en milieuclausules afdwingen. Dat deden we bijvoorbeeld ook in het vrijhandelsverdrag met Canada. We vragen dan ook dat de Unie zelf meer initiatief neemt.”

Tot slot zien Turtelboom en Vandenput nog een bijkomende kans. In het CETA-akkoord met Canada werd het ISDS-systeem vervangen door een Investment Court System (ICS). Dat is een permanent tribunaal waar investeerders hun rechten kunnen afdwingen, met professionele rechters, een strenge ethische code en een beroepsprocedure. “Het systeem garandeert volledige transparantie, coherentie in de rechtspraak en dus meer rechtszekerheid voor staten en bedrijven. Wanneer de EU het voortouw neemt in het afsluiten van nieuwe investeringsverdragen, is dit een buitenkans om deze ook onder het ICS te laten vallen. Zo kunnen we geleidelijk aan het controversiële ISDS-systeem laten uitdoven en ICS laten evolueren tot een permanent arbitragehof waarbij meer en meer landen zich kunnen aansluiten en dat dus bevoegd wordt om uitspraken te doen over alle betwistingen onder investeringsverdragen.”