“België moet aan kar Europese defensiesamenwerking trekken”

In de Europese Unie groeit de consensus over de noodzaak van meer samenwerking op vlak van defensie. Open Vld Kamerlid Tim Vandenput: “De huidige internationale context dwingt de lidstaten om de krachten te bundelen. Het zal onze legers niet alleen efficiënter en meer inzetbaar maken, het bespaart ook kosten. België moet een voortrekkersrol opnemen.”

De plannen voor een Europese defensiesamenwerking zijn terug van nooit weggeweest. 62 jaar na het afspringen van de EDG, zijn de geesten stilaan rijp voor een nieuwe serieuze poging. Hoge vertegenwoordiger Mogherini besteedde er voor de zomer aandacht in haar Global Strategy. Frankrijk en Duitsland lanceerden deze week een oproep tot een Europese defensie. Ook commissievoorzitter Juncker sprak gisteren in zijn State of the Union zijn steun uit.

“Dat mag niet verbazen”, aldus liberaal defensiespecialist Vandenput. “De geopolitieke realiteit dwingt Europese landen om werk te maken van een Europese defensie. Het Midden-Oosten wordt verscheurd door conflicten, er is de migratiecrisis en de druk op de Middellandse Zee, Rusland is meer dan ooit assertief, de VS hebben het stilaan gehad met de Europese freeriders onder de NAVO-paraplu.”

Volgens het liberale Kamerlid biedt de politieke context dan weer opportuniteiten om echt stappen vooruit te zetten. “De Oost-Europese lidstaten zijn voorstander gezien de houding van Rusland, en na de Brexit verliezen we een grote tegenstander van een Europees defensieproject. Ook de economische toestand doet lidstaten inzien dat hun defensie-uitgaven meer renderen in een samenwerkingsverband. Ter vergelijking: de versplinterde defensie-uitgaven van de 28 lidstaten zijn drie keer minder efficiënt dan de Amerikaanse.”

Kamerlid Vandenput ondervroeg defensieminister Vandeput over de Belgische reactie op het concrete Frans-Duitse voorstel voor meer defensiesamenwerking: “Mijn partij is altijd overtuigd voorstander geweest van stappen in de richting van een Europees leger. Ons land moet aan die kar trekken.” De minister bevestigde de ambitie om de plannen te ondersteunen. In eerste instantie moet daarbij gefocust worden op samenaankopen en gezamenlijke operaties. Veeleer dan een superstructuur op te zetten, gelooft de minister in de aanpak van onderaan, waarbij samenwerkingsverbanden kunnen uitgroeien met concrete resultaten en efficiëntiewinsten.