“4 sporen zijn broodnodig voor een betere treinverbinding met Brussel”

Dan toch overal vier sporen op Brussels voorstadsnet. Artikel door Lotte Alsteens (De Standaard).

Minister Galant zag zich gisteren gedwongen om haar woorden van de dag voordien in te slikken. Plots is ze wel nog van plan om het Gewestelijk Expresnet rond Brussel volledig aan te leggen.  “Ondenkbaar dat de vier sporen tussen Brussel en Ottignies er niét zouden komen” reageert Kamerlid en burgemeester Tim Vandenput (Open Vld).

Van Ottignies (Waals-Brabant), doorheen de Vlaamse Rand en het Zoniënwoud tot in Brussel is er langs het dubbele treinspoor een bedding aangelegd voor nog eens twee sporen. Een kleine 23 kilometer betonwerken, intussen volledig afgewerkt. Langs het traject zijn oude bruggen afgebroken en vervangen door nieuwe, bredere bruggen. De stations langs de route zijn grondig aangepast, met meer perrons. Wat nog nodig is om de verbreding te voltooien: de sporen, de seingeving, de bovenleiding.

Maar dinsdag in de commissie Infrastructuur liet minister van Mobiliteit Jacqueline Galant (MR) sterk uitschijnen dat de afwerking van de lijn Brussel-Ottignies er niet zal komen (DS 3 februari). Het geld in het fonds voor het Gewestelijk Expresnet (GEN) rond Brussel is bijna uitgeput – er is nog 105 miljoen euro over – en om de spooruitbreiding op de lijnen Brussel-Ottignies en Brussel-Nijvel te voltooien is 700 tot 900 miljoen vereist. Op die laatste lijn, Brussel-Nijvel, is al een derde van de betonwerken klaar. Dinsdag zei Galant ook nog: ‘Na een studieronde met de NMBS en Infrabel kwam aan het licht dat het niet nodig zou zijn om al die werken te realiseren om tot een kwaliteitsvol voorstadsnet te komen.’

“We trokken ons al die tijd op aan het vooruitzicht op een betere spoorverbinding met Brussel” – Tim Vandenput

Wallonië steigert

In Wallonië steigerden de oppositiepartijen. Olivier Maingain (Défi) stelde dat een ‘Waalse minister het GEN richting Wallonië begraaft’. Ook Ecolo en de PS waren niet mals. Een ‘foutieve interpretatie’, zei Galant gisteravond plots, die daarmee haar communicatie grondig bijstuurde. Nu luidt het dat ze nog steeds het volledige GEN-plan wil voltooien, met overal vier sporen. ‘Waar het geld vandaan moet komen, zal het investeringscomité voor het GEN moeten uitzoeken’, zegt de woordvoerder van Galant nog.

Voor Tim Vandenput (Open VLD), Kamerlid en burgemeester van Hoeilaart, is het ondenkbaar dat de vier sporen tussen Brussel en Ottignies er niét zouden komen. Hoeveel er al is uitgegeven aan het volledige traject wordt niet gecommuniceerd, maar Vandenput heeft deze opgevraagd. Bij aanvang van de werken, in 2006, werd de investering voor deze lijn op 466 miljoen euro geschat.

Hoeilaart telt twee stations langs het traject en die zijn grondig onder handen genomen. “In Hoeilaart alleen al zijn er miljoenen belastinggeld uitgegeven”, zegt Vandenput. “Naast de werken aan de bedding, de stations en de spoorbrug zijn er ook tien- tot vijftien volledige onteigeningen geweest, plus nog een aantal mensen die hun tuinen moesten opgeven om de vier sporen mogelijk te maken. En dan waren er nog de vele jaren met omleidingen en vuile wegen. We trokken ons al die tijd op aan het vooruitzicht op een betere spoorverbinding met Brussel, die ook broodnodig is, met de overvolle Brusselse Ring naast onze deur. Er zijn hier de voorbije jaren zelfs mensen komen wonen omdat de trein vlotter zou rijden.”

Halflege parking

Ook de Waals-Brabantse gemeente Terhulpen is klaar voor vier sporen. Het station daar is uitgebreid met een grote betalende parking, drie verdiepingen, sinds vorig jaar in gebruik. Hij geraakt zelden tot de helft gevuld.

“De parking is er gekomen als deel van het GEN. Toen de plannen vorm kregen, in 2004, hadden we hier nood aan enkele honderden parkeerplaatsen, want de straten stonden vol”, zegt burgemeester Christophe Dister (MR). “Maar het klopt dat we de ongeveer 370 plaatsen niet gevuld krijgen. Ten eerste hebben we meer bussen aangelegd naar het station, en ten tweede zijn de prijzen voor de parking, opgelegd door de NMBS, veel te hoog.”