Radicaal denken over het leger: nu is het moment om echt te kiezen

We kunnen nog eens overal een beetje besparen bij Defensie. Maar waarom zouden we het niet ambitieuzer aanpakken. Weg met de marine! Weg met ons landleger! Of gaan we blijven wachten op het Europees leger? De Standaard – Bart Dobbelaere.

Openingszet

Defensie moet opnieuw besparen. De Chef Defensie, Gerard Van Caelenberge, stelt onomwonden dat Defensie daardoor eigenlijk geamputeerd wordt. Een op de vijf vliegtuigen, een op de vijf schepen, een op de vijf grondtroepen zal daardoor werkloos worden, want er is geen geld meer om rond te vliegen of te varen.

De oplossing: specialiseren

Het heeft geen zin meer overal een beetje te snijden. Wat minder vliegen, varen of rondtrekken. Moeten we niet veel duidelijker kiezen? Stop helemaal met varen en zet alles in op een performante luchtcomponent. Tanks? Neen, dank u. We kiezen alleen nog voor gevechtsvliegtuigen.

Leve een Europees leger

Dirk Van der Maelen, defensiespecialist van de SP.A, pleit al jaren voor een verdere specialisatie. ‘Het heeft echt geen zin om een miniatuurleger in stand te houden in ons land. We moeten versneld werk maken van een Europese defensie. Het heeft geen zin dat we allemaal gevechtsvliegtuigen kopen, Europa heeft dat niet nodig. Je moet afspreken.’

‘Ik zeg dat al jaren, maar nu is er een bijkomende reden: we moeten wel. Er is gewoon geen geld voor een echt leger in elke lidstaat.’

Tim Vandenput, Open VLD, zit op dezelfde lijn. ‘Van landsverdediging moeten we naar continentverdediging gaan. Heeft ons land nog tanks nodig? Hoe groot schat u de kans dat we door onze buurlanden via het land worden aangevallen? Hetzelfde kun je je afvragen over onze marinecomponent. Hebben we die nodig als je kustlijn maar 60 kilometer bedraagt?’

Maar dat Europees leger staat nog nergens

Over een Europees leger wordt allang gesproken. Maar ver staan we nog niet. Tim Vandeput: ‘Maar als tussenstap kun je wel meer bilateraal samenwerken, zoals we nu al met Nederland doen.’

Van der Maelen: ‘België was een voortrekker in de economische integratie van Europa. Op het vlak van defensie kunnen we ook een voortrekker zijn. We moeten niet blijven wachten op een Europees leger, we kunnen nu al kiezen voor onze specialisaties. Ik herhaal wat ik al zei toen beslist werd dat we nieuwe gevechtsvliegtuigen zouden kopen. Moet dat echt? Er zijn al genoeg gevechtsvliegtuigen in Europa. Dan hoeven we daar toch geen geld meer aan te geven?’

‘Nog eens: dit is een uitstekend moment om over het Europees leger te praten, want alle landen ervaren de budgettaire krapte. Als tussenstap naar dat leger kunnen we inderdaad verregaande akkoord sluiten met bijvoorbeeld onze buurlanden.’

Dan geef je je autonomie op

‘Ay, there’s the rub.’ Daar ligt de knoop. Hoe meer we ons specialiseren, hoe meer operaties we niet meer aankunnen. En hoe meer we van anderen afhankelijk worden. Zonder marinecomponent kan ons land niet meer meestrijden tegen piraten in Somalië en zonder luchtcomponent zijn we van anderen afhankelijk om Belgen te evacueren uit Afrika.

We verminderen onze vrijheid van handelen in twee richtingen. We kunnen bepaalde operaties niet aan. Maar tegen de dingen waar we dan weer heel goed in zijn, kunnen we ook niet langer ‘neen’ zeggen. Hoe zouden we kunnen weigeren om ergens mijnen te gaan vegen als dat het enige is wat ons leger nog echt kan?

Laat ons poolen

Militair specialist Sven Biscop, professor aan het Egmontinstituut (instituut dat gespecialiseerd is in internationale betrekkingen), verwoordt het zo: ‘Je houdt best in elk gamma een gevechtseenheid: F-16’s, fregatten, para’s. Die kun je dan “soft” inzetten, maar ook bij missies met een hoge intensiteit. Je blijft als land nog de keuze hebben. Want hoe kleiner het gamma – stel, je schaft de marinecomponent bijvoorbeeld af – hoe minder je kan bijdragen tot internationale acties waar je achter staat. En hoe vaker je misschien moet meedoen aan acties waar je geen zin in hebt. Hoe minder je te bieden hebt, hoe minder manoeuvreerruimte je hebt.’

Biscop pleit voor een andere vorm van doorgedreven samenwerken: poolen. ‘Je kunt je fregatten en je gevechtsvliegtuigen houden, maar je kunt ze onderbrengen in een Nederlandse basis, met Nederlandse technici. Tegelijkertijd zorgen wij dan op onze basissen voor Nederlandse vrachtvliegtuigen bijvoorbeeld.’